|
Mannenblik
Woke speak schonk ons de mannenblik: De man speelt altijd landjepik, je kijk is feitelijk van hem, en in je mening klinkt zijn stem. De vrouw is niet meer dan een kick: dat is kortom de mannenblik. Wat schrok ik van mijn mannenblik. Is elke vent dan niet goed snik? Ik was per slot profeminist. Maar nee, mijn waanbeeld werd gewist: ik mansplain tot ik erin stik. Zo kwam ik aan mijn mannenblik. En wat een been! Mijn mannenblik bleek zelfs een fetisj, nee, een tic. Je lange, gladde, rechte scheen, je voet, je nagellak, je teen. Principes van een peer als ik verdampen door mijn mannenblik. Mijn misogyne mannenblik biedt dagelijks een hele zwik gevoelens waar ik nooit aan wen; ben ik een man die ik niet ken? Ik haal mijn schouders op, maar slik, veroordeeld tot mijn mannenblik. |
|