Ik ben zeker geen jochem myjer, eerder het tegendeel, maar evenmin kan ik de verleiding weerstaan even opzij te kijken als er links van mij in de snoeppot wordt gegrabbeld, of rechts een gaai, pimpelmees of wat dan ook neerstrijkt. Soms kan ik monomaan als een geboren autist (en ik kan niet ontkennen dat ik die ergens in mij huisvest) een week lang mijn gezin vrijwel verwaarlozen uit naam van een naderende deadline, maar evenzeer zijn er volop tijden waarin ik zo hoogbegaafd flierefluit dat voetbalwedstrijden, wielerrondes en de Olympische Spelen mijn core business lijken, in plaats van de Ironman die Vertalen heet. Jawel, met een hoofdletter, want ook al is het mijn vak (Vertalen, niet de Ironman), en bekwaam ik me graag in fijnslijperij als hen/hun of de om-ziekte, toch ben ik zeker geen spellingnazi, in mijn eigen teksten dan; de klant wil natuurlijk kwaliteit, en kwaliteit zal hij/zij krijgen – vandaar de fiere hoofdletter (let op het halve kastlijntje; zo'n beroepsdeformant ben ik dan ook wel weer).
Dat ik ben gaan freelancen, was wel een sprong in het diepe, en van de hoge. Het punt was: hoe ga jij, aan je studie begonnen in 1994 (denk daarbij aan de val van de Muur voor een treffend sfeerbeeld, en voor wie na 2000 geboren is: ik bedoel die in dat inmiddels überhippe Berlijn) en afgestudeerd in 20ughughe11ughe, afgedwaald op alle denkbare zijpaden binnen het letterencurriculum, die weleens hele trimesters met de hakken over de sloot heeft gehaald op hertentamens en cafeïne (en laten we zeggen dat het daarbij niet aan mijn intelligentie lag), hoe ga jij een maatschappelijke unit onderhouden met een eigen zaak in bovendien een nogal fragiel deel van de economie?
Maar goed, ik zat me in de WW zodanig te vervelen dat ik me serieus ging verdiepen in honden via Pets 101, alle andere twaalf ambachten had ik al tevergeefs uitgeprobeerd (zo had u me onder meer kunnen tegenkomen als professional in uw bouwmarkt, bij de snoepautomaat op uw kantoor, en bij de ANWB, aan de lijn, als u met pech langs de autoroute stond), het UWV was zo vriendelijk me een handje te helpen (ook dat mag weleens worden gezegd, al heb ik nu niks meer aan dit gefleem), en ik had tenslotte/ten slotte een diploma van de universiteit.
Al het uiterst terechte wantrouwen ten spijt bleek ik ineens te beschikken over een wonderbaarlijk amalgaam van concentratievermogen, plichtbesef en creativiteit, zodra mijn reputatie, of mijn gezin, of mijn levensdoel of zo op het spel stond. De enige verandering binnen mijn leven die hieraan kan tippen is eigenlijk het verhaal over hoe ik laatst na dertien jaar, en meer dan één mislukte poging, ineens koude kalkoen en zonder hunkeren gestopt ben met roken, maar dat is weer een heel ander onderwerp (en ter nuancering: het is me nog altijd niet gelukt om weer te beginnen met hardlopen).