|
|
Na dertien jaar en drie échte pogingen ben ik dan eindelijk gestopt met roken. Banale angst voor een loodzwaar sterfbed gaf de doorslag: in maart kreeg ik griep, met longpijn en wanen, maar mijn geliefde was allang blij. Wat zegt dit over mij, is mijn lijf per saldo laf (of was het dan toch God)? Er is veel dat ik aandurf, maar misschien is dat dom. Zolang ik er zelf maar om kan lachen, hahaha. De volstrekte willekeur gebiedt ook die stompzinnige lichtheid. Waarom dobbelde ik toch met de dood? Ik heb verdorie kinderen, aldus bijvoorbeeld ook de fertiliteitsarts impliciet.
En dan nu weer die vingers die vergroeien tot een soort stompje, op termijn. Heeft je vader achteraf dus ook Dupuytren, maar ging het thuis nooit zo over de diagnoses, dat hoor je nu pas. Word je argeloos vertaler, je passie, je wezen, je kracht, tienduizend woorden per dag als het echt meezit, huppakee, en veel complimenten ook; bungelt dat zwaard dus al decennia boven je toetsenbord. De ironie is weer eens groot. Maar goed dat ik inmiddels strikt bij de dag moet leven, dat scheelt een pak kopzorgen. Ik word alleen al moe als ik aan dit alles denk. Wel vind ik het bevredigend om met volle aandacht een lekkere koffie te zetten. Omnia vanitas. |