Johans Poëzie
Elke zondag verloopt als volgt: één keer wandelen, twee keer kerk en drie keer koffie. En nu is Johan achttien. Het is mei. Eline ligt overdwars op zijn bed en kijkt hem aan. Ze draagt de vertrouwde lange streepjesrok en de witte blouse met kant. De zon straalt fel. Johan trekt de gordijnen dicht. Ze hebben elkaar al vaker aangeraakt. Dat gaat goed met een reforok. Haar borsten zijn glad in het gefilterde licht. Johan begint zwijgend bij haar veterlaarsjes. Ze staat het toe, misschien schokt het verlangen haar minder dan hem. Zijn nette broek zit veel te strak. Hij heeft nog nooit een bloot meisje gezien. Niet in het echt. |
Voor de sfeer en tegen de stilte zet Johan de radio aan. Zijn vader ligt te ronken op de bank. Dat doet hij altijd op zondagmiddag. Zijn moeder slaapt op bed. De presentator met de diepe stem leest gedichtjes voor over liefde en tussendoor is er muziek. Candlelight. Een noodgedwongen mantra. De poëzie in Johans leven.
Hij heeft nog nooit een bloot meisje gezien. Niet in het echt. Elines huid is een beetje bruin. Haar lijf is mooi. Haar buik is plat en haar borsten ook. Vijftien, bijna zestien. 'Zal ik de deur op slot doen?' Ze glimlacht. Hij draait heel voorzichtig de sleutel om, kleedt zich uit en gaat bij haar liggen en daarna boven op haar. Het voelt als een natte droom die hij niet kan tegenhouden. Als een vlam, en dan als lava. 'Kom maar,' zegt ze. Zijn magere ribbenkast maakt hem onzeker, maar de drift overstemt zijn gevoelens. Johans moeder roept: 'Koffie!' Utrecht, 17 maart 2021 |