Praktische oplossingen
Misschien had hij zich voor de gelegenheid gedoucht bij het Leger des Heils. Die gedachte streelde me. Zwervers lichten je op, dus in de loop van mijn eerste studiejaar had ik al besloten harder te worden. Het werden er ook minder. De gemeente veegde Hoog-Catharijne leeg en zorgde voor opvang. Nu verkochten ze Straatnieuws bij de supermarkt. Of ze klopten aan bij de kerk. Deze had zijn best gedaan. ‘Ferdi,’ zei hij. Hij zag dat ik hem bekeek maar leek het van zich af te laten glijden. 'Door de gang en dan naar links,' zei ik. Hij mompelde iets en slofte erheen. Om half twaalf verwelkomde ik nog een paar laatkomers en sloot ik de kerkdeur. Het naambord zette ik tegen de muur. De band was al gaan spelen. De mensen namen plaats. Het luik van de koffiebar zat dicht. Ik zocht met mijn blik de hoofden af. De week erop was Ferdi er ook, en hij bleef komen. Soms beantwoordde hij retorische vragen tijdens de preek, of riep hij ineens 'Amen!' als hij het eens was met de dominee. Sommige mensen namen hem op zondagmiddagen mee naar huis, dan bleef hij eten. 'Waar wonen jullie?' vroeg hij me af en toe. Dat was zijn vaste manier om zichzelf uit te nodigen. Ik noemde de naam van onze wijk. 'Dat is hier toch dichtbij?' 'Een kwartier fietsen,' zei ik. 'Maar onze jongste moet zo naar bed.' Of een andere smoes. Ik zag het gewoon niet voor me, Ferdi bij ons aan tafel. Wel probeerde ik oprecht om hem zich thuis te laten voelen in de kerk. Dan bad ik bijvoorbeeld voor zijn rugpijn en vroeg ik de week erna hoe het ging. Hij moest toch ook een leegte hebben gevoeld waar ik niet in paste. |
'Mijn vader is overleden,' zei ik. De preek was afgelopen en we zaten in groepjes na te praten. Ze condoleerden me. 'Was hij allang ziek?' vroeg Lieke. 'Nee, ineens. Hij heeft net de zeventig gehaald.' Met Ferdi erbij hield ik het liever algemeen. 'Mag ik vragen wat er was?' vroeg ze door. 'Ze denken aan een hartstilstand.' De onverdeelde aandacht raakte me. 'We spraken elkaar weinig. Twee workaholics.’ 'Jouw vader was toch die evangelist?' Dit grensde aan nieuwsgierigheid, maar ik deed het ermee en knikte instemmend. Het vervolg kon ik raden. 'Is Ted Plevier jouw vader?' riep Ferdi verbijsterd. 'Die ken ik! Van de soepkeuken.' Dat klopte. Praktische straathulp was zijn levensroeping. Ze zouden hem vast missen. Misschien had hij in zijn keuken wel een opvolger klaargestoomd. Hij moest toch ook een leegte hebben gevoeld waar ik niet in paste. 'Jij bent een heel andere kant opgegaan,' concludeerde Lieke uit de stilte die ik liet vallen. 'We moeten het onaantrekkelijk maken om naar Nederland te komen,' zei ik die maandag tegen de verslaggever van het jeugdjournaal. Het was belangrijk dat kinderen die boodschap al vroeg meekregen. Ik dacht aan Ferdi. 'Maar we moeten toch ook goed naar het verhaal van vluchtelingen luisteren? Daarom is die wachttijd zo lang.' Ik zag een zweempje schaamte glimmen in de cameralens. Utrecht, 12 april 2023 – Gepubliceerd in Schrijven Magazine editie oktober 2022 |