Aan jou
Na ruim een jaar kuste ik haar. Innig omarmden we elkaar al eerder, hielden we ons in, en zelfs dat was niet het begin van onze liefde: luister maar. Ik zag haar staan, voelde me raar, die oogopslag, dat lange haar; nu weet ze dat ik haar bemin, na ruim een jaar. De weg was smal, de reis was zwaar hobbels en kuilen hier en daar maar alle moeiten hadden zin: ze werd ten slotte mijn vriendin; haar oude liefde viel te zwaar, na ruim een jaar. |
Aan haar
Dit is geen date. Geen sprake van. Ik ben geen vuige donjuan voor wie jouw hart een speeltje is, maar stuit wel op een hindernis: je hoort nu bij die alfaman. Dit is daarom mijn wanhoopsplan. Ik veins een onderkoeld elan: zo lijkt het of ik je niet mis. Dit is geen date. Met de wreedheid van een tiran verdoemt die lompe charlatan, die zoete pijn die liefde is, mijn hart tot diepe duisternis. Toch gloort er hoop. Wat zeg je van: dit is geen date. |
Aan hem
Ik heb geduld. Jij was te snel, maar ik ga meedoen aan je spel. Je waant je op vertrouwd terrein, maar koorddanst boven een ravijn: wacht maar tot ik het oordeel vel. Je maakt mijn leven tot een hel, maar wat jij niet weet, en ik wel: ze heeft me lief, ze stilt de pijn. Ik heb geduld. Je roept te hard, je straalt te fel, je zelfvertrouwen schrijnt te schel maar al dat onbedoeld venijn zal jou op draaglijke termijn zelf kwellen. Eens zegt ze vaarwel. Ik heb geduld. |