Voor mijn gevoel komt er geen einde aan de Willemsbrug. Sinds mijn aankomst had ik alle bruggen over de Maas al eens geprobeerd. Dit is de kortste route naar huis, maar het blijft een dagelijkse kwelling, die ik nog het beste kan vergelijken met mijn lessen Nederlands van destijds. Links en rechts halen fietsers, hardlopers en zelfs wandelaars me in. Niemand biedt hulp aan, ik trek hooguit een verbaasde blik. Nu ben ik bijna halverwege. Ik zie naast me hoe er witte kopjes op het water deinen. Voor mijn ogen verandert de pyloon in een bloedrode waas als ik opnieuw uit alle macht een stap tegen de wind in zet. Weer een paar decimeter. Maar het zal me lukken, al moet ik desnoods mijn laatste krachten aanwenden en al ben ik onderweg tot de avond valt. Al was het allemaal voor niets.
Voor mijn ogen verandert de pyloon in een bloedrode waas als ik opnieuw uit alle macht een stap tegen de wind in zet. |
|
Vroeger, bij het hoeden, rende ik fluitend hele kilometers om de kudde bijeen te houden. Wat lijkt het nog maar een ontstellend kort mensenleven geleden! Ik denk vaak met weemoed terug aan die jonge man, die nu een volslagen vreemde voor me lijkt. Een ander leven, een andere wereld. Ik had me krampachtig dood gehouden. Zo hadden de rebellen me over het hoofd gezien en als door een wonder was ik niet geraakt door de kogels die in het wilde weg werden afgevuurd. Dankzij de vroege ochtendschemering was het me gelukt ongezien aan de moordlust te ontkomen. Zonder gevoel voor tijd had ik aan een stuk door gerend tot ik de rand van een stad bereikte. Samen met een groepje andere ontheemden was ik uiteindelijk terechtgekomen op een vlucht naar een ver, vreemd, veilig land. Daar stond ik er weer alleen voor, met een opdracht die nog vele malen zwaarder was dan deze klus. Het besef gaf me altijd moed. De moed der wanhoop, weet ik nu.
|
|
Bijna in trance til ik het blok nog een laatste maal op en leg ik het op de leuning. Het transportplankje mik ik weg. Niet meer nodig. Het touw knoop ik om mijn hals. Ver onder mijn voeten zwiept het water tegen de pijlers, asgrauw. Ze wacht op me, een eeuwigheid al. Ik aarzel. Dan glibbert het zwaartepunt over de rand.
0800-0113 zelfmoordpreventie. |