Ik moest vandaag ineens terugdenken aan de pedagogen die het echt de hele tijd hadden over hechting. Het was denk ik een verplichte inleiding voor eerstejaars die ze allemaal hadden gevolgd, en omdat hun vakgebied zich nu eenmaal bij uitstek leent voor een potje zelfanalyse, zaten wij ons collectief af te vragen in hoeverre we zelf eigenlijk veilig waren gehecht. Je staat namelijk voor je het weet alweer vijf doelpunten achter in de ratrace als je de zin van het leven niet inziet, bijvoorbeeld omdat je meest intieme naasten betreuren dat je er bent. En zie dan maar eens op te krabbelen, onder in de desolate afgrond die het leven feitelijk is. We werden ons daar bewust van, en dat scheelde toch, die grip die je dan krijgt.
Vanmorgen tijdens het ontbijt op kantoor zag ik naast me namelijk een groepje jonge, buitenlandse mensen ontspannen en zelfverzekerd grapjes over elkaar maken. Ik vroeg me af hoe die mensen waren opgevoed, en waarom ze zo ontspannen en zelfverzekerd waren. Maar misschien hadden ze gewoon een goede persoonlijkheid, of kenden ze elkaar al lang, of pasten ze bij elkaar, of zaten ze simpelweg in hetzelfde schuitje, of was het hun volksaard, of hun leeftijd, of was het gewoon een momentopname, of waren het ochtendmensen, of zaten ze te faken met een dikke verborgen agenda. Ik vind Engels trouwens sowieso een prachtige taal. En zie dan maar eens op te krabbelen, onder in de desolate afgrond die het leven feitelijk is. |
Vooral het meisje was lekker gevat, maar op een lieve manier, met een zachte stem (ik heb een hekel aan vocal frying). Ik hoopte dat mijn dochters later ook zo zouden worden. Onze oudste lijkt al net zo gevoelig en perfectionistisch als ik, dus haar staat nog het nodige te wachten. Gelukkig kan ze goed formuleren wat ze wil en voelt en denkt. Onze opvoedstijl komt vooralsnog dan ook neer op een amateuristische vorm van cognitieve therapie – en op goede bedoelingen als liefde en bevestiging, soms gefnuikt door moeheid, tijdsdruk en onderhuidse ergernissen, zoals dat nu eenmaal gaat. Ik mag van haar niet werken, want dat is niet gezellig. En het valt ook echt niet mee, dat opvoeden. Mijn eigen familie hangt losjes aan elkaar. Mijn schoonouders zijn juist zo warm en dominant dat je er onzeker van zou worden, en ook dat zie ik terug aan het nageslacht. Aan de kerk waarin we beiden opgroeiden, zowel het summum van aanvaarding als van afwijzing, maak ik hier verder maar geen woorden vuil.
Soms vraag ik me af hoe het komt dat ik niet echt vriendschappen sluit. Misschien ben ik te kritisch. Hier op kantoor is iedereen positief en optimistisch en lekker losjes ingesteld. Ik kan er nog niet helemaal de vinger achter krijgen, dat vrije levensgevoel, maar het is wel wat ik mijn dochters primair wil meegeven. Dat het leven geen opgave is, maar gewoon leuk, en dat het uiteindelijk allemaal goed komt. De diepgang komt daarna wel. |
|